De term tolerantie heeft de afgelopen jaren een grote betekenisverandering ondergaan. In het verleden had het nogal negatieve connotaties.
Luther
Maarten Luther (1483-1546) definieerde de Latijnse term tolerantia in zijn tijd als volgt: „Tolerantie duidt in het algemeen op het tolereren of respecteren van overtuigingen, handelingen of praktijken die enerzijds als verkeerd en afwijkend van de norm worden beschouwd, maar anderzijds niet volledig worden afgewezen en niet worden beperkt.“
Techniek
In de techniek wordt tolerantie als volgt gedefinieerd: „Tolerantie geeft de toestand van een systeem aan waarin een afwijking van de normale toestand veroorzaakt door een verstorende invloed (nog) geen tegenregeling of tegenmaatregel nodig maakt of tot gevolg heeft. In engere zin is tolerantie de afwijking van een grootheid van de standaardtoestand of standaardmaat die de functie van een systeem nog net niet in gevaar brengt.“ (physics.cosmos-indirekt.de 2020)
Verschuiving in betekenis
Vergeleken met deze definities wordt de term tegenwoordig steeds meer gelijkgesteld aan acceptatie. Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832) schreef: „Tolerantie mag eigenlijk maar een tijdelijke houding zijn: het moet leiden tot acceptatie. Tolereren is beledigen.“ De betekenisverschuiving naar acceptatie, die vooral merkbaar is in het sociaal-politieke leven, houdt echter ook gevaren in. Dit verwijst in de eerste plaats naar het opeisen van tolerantie ten gunste van de eigen belangen (vgl. Hastedt 2012, 8). In deze context zijn er ook in Duitsland regelmatig controverses, bijvoorbeeld als het gaat om religieuze symbolen in de openbare ruimte (kruis, hoofddoek, enz.). Waar begint tolerantie, waar eindigt ze? Wat betekent tolerantie precies als er tegenstrijdige standpunten zijn – in het privéleven van mensen of in de grotere politieke context?
Paradox
De discussie over tolerantie bevat een inherente paradox. Zo verdiept de discussie over etnische diversiteit de verschillen tussen nationaliteiten en etnische groepen, terwijl het discours deze juist wil nivelleren. Volgens Nassehi komt culturele eigenheid echter juist meer op de voorgrond (vgl. Nassehi 2002, 175 e.v.).
Tolerantie is ambivalent en moet altijd kritisch bekeken worden, omdat misdaden of de schending van mensenrechten niet genegeerd mogen worden in het kader van tolerantie. Mogen gedwongen huwelijken, kindhuwelijken, het verbranden van heksen en weduwen, genitale verminking getolereerd worden in naam van specifieke culturele kenmerken? Kunnen we hier wel spreken van specifieke culturele kenmerken?
Literatuur
https://physik.cosmos-indirekt.de/Physik-Schule/Toleranz_(Technologie) [18.02.2020].
Hastedt, Heiner (2012): Tolerantie. Grundwissen Philosophie. Stuttgart: Reclam.
Nassehi, Armin (2002): De paradox van tolerantie. In: Alfred Herrnhausen Society for International Dialogue (red.): Tolerantie. Diversiteit Identiteitserkenning. Frankfurt am Main.