Interculturele competentie wordt ingedeeld bij sociale competentie. Sociale competentie maakt een adequate uitstraling in de culturele omgeving mogelijk. Interculturele competentie bevordert ook het vermogen tot interactie in een niet-culturele omgeving. Iemand wordt omschreven als „sociaal competent“ als hij of zij in staat is tot interactie met personen uit vreemde culturen. Dit wordt bereikt doordat men in staat is de percepties en ideeën van zijn tegenhangers te begrijpen. Het eigen sociale gedrag moet vanuit het perspectief van de vreemde cultuur in twijfel worden getrokken en zo nodig worden gecorrigeerd. De eigen ideeën over waarden en normen moeten niet worden uitgesloten, maar flexibel en afhankelijk van de situatie worden aangepast.
Cultureel inheems en cultureel vreemd
Voorwaarde hiervoor is het besef van het bestaan van cultureel specifieke en niet-cultureel specifieke gedragspatronen, alsmede de bereidheid om over de eigen waarden na te denken en deze te veranderen. Sociale en interculturele competentie worden algemeen beschouwd als leerbaar, waarbij wordt aangenomen dat in de vroege socialisatie de basis wordt gelegd die een beslissende invloed heeft op de ontwikkeling van interculturele competentie. De verwerving van interculturele competentie beperkt zich derhalve niet tot landspecifieke kennis, vaardigheden in vreemde talen, culturele gewoonten of gedragspatronen. Interculturele competentie moet mensen in staat stellen hun eigen cultuur waar te nemen, erover na te denken en deze in twijfel te trekken. Daartoe moet iemand zijn of haar cultuur en de daaruit voortvloeiende handelingspatronen hebben begrepen (vgl. Derboven/Kumbruck 2005, 6 f.). Kühlmann noemt zeven vereisten als basisvoorwaarde voor het bereiken van interculturele competentie. Allereerst noemt hij tolerantie voor ambiguïteit (vgl. Kühlmann 1995, 36).
Tolerantie voor ambiguïteit – wat is dat?
Om interculturele competentie beter te definiëren zijn er verschillende modellen ontwikkeld, waarvan de meeste gebaseerd zijn op lijsten van bepaalde persoonlijkheidskenmerken. In de meeste modellen van interculturele competentie wordt tolerantie voor ambiguïteit genoemd als een essentieel aspect (vgl. Straub/ Weidemann/ Weidemann 2007, 42 e.v.).
De term ambiguïteit komt uit het Latijn en betekent dubbelzinnigheid. Ambiguïteitstolerantie beschrijft dus de competentie om ambiguïteit en tegenstrijdigheid te herkennen en de onzekerheid die daaruit kan voortvloeien te tolereren (zie Derboven/Kumbruck 2005, 6).
Culturele verwachtingen
In interculturele ontmoetingen zijn er altijd nieuwe situaties die in tegenspraak zijn met de eigen culturele verwachtingen. Deze incongruenties kunnen een grote belasting vormen voor de communicatiepartners. Rolafstand en empathie kunnen helpen om deze situaties waar te nemen en uit te drukken (vgl. Krappmann 1973, 150).
De interactanten moeten zich eerst „aan elkaar aanpassen in wederzijdse verwachtingen“ (Krappmann 1973, 151) en onderhandelen over nieuwe voorwaarden voor de interactie. Bijgevolg kunnen de behoeften van de interactanten niet langer volledig worden bevredigd. Daarbij „proberen alle interactiepartners […] in elke situatie een identiteit te handhaven en te presenteren die hun specificiteit vasthoudt“ (Krappmann 1973, 151).
Verschillen aanvaarden
Een voorwaarde voor deelname aan interacties is dat de identiteit van de individuen behouden blijft en tegelijkertijd de diversiteit van de verwachtingen tot uitdrukking komt. In wezen gaat interactie met andere mensen gepaard met de bevrediging van emotionele behoeften. Om ten minste enkele van deze behoeften te bevredigen, gaan mensen interacties aan. Zij moeten de daaruit voortvloeiende verschillen en onverenigbaarheden aanvaarden, aangezien deze deel uitmaken van elke interactionele relatie (zie Krappmann 1973, 151). In deze context wordt het heel duidelijk dat „het individu […] niet kan ontsnappen aan ambivalentie“ (Krappmann 1973, 152).
Volgens Krappmann is tolerantie voor ambiguïteit het vermogen om tegenstrijdige rolbetrokkenheid en motivationele structuren te verdragen, zowel bij zichzelf als bij zijn interactiepartners (vgl. Krappmann 1973, 155). Tolerantie van ambiguïteit opent dus de mogelijkheid van interactie voor het individu, vooral in de interculturele ruimte. Tegelijkertijd vermindert het de angst door het individu duidelijk te maken dat hij of zij een evenwicht kan bewaren tussen de verschillende normen en motieven, zelfs in „zeer tegenstrijdige situaties“ (Krappmann 1973, 155).
Identiteitsvorming
Tolerantie van ambiguïteit is dus niet alleen een belangrijke competentie in interculturele ontmoetingen, maar ook belangrijk voor de identiteitsvorming van een individu. Bij de ontwikkeling van zijn of haar persoonlijke identiteit wordt het individu herhaaldelijk gedwongen „tegenstrijdige identificaties te synthetiseren“ (Krappmann 1973, 167). Want zonder „dit [de tolerantie voor ambiguïteit] is geen ego-identiteit denkbaar, aangezien zij zich moet articuleren balancerend tussen nagestreefde verwachtingen en binnen het kader van een gemeenschappelijk symbolensysteem“ (Krappmann 1973, 167).
Ieder mens moet in het reine komen met het feit dat verwachtingen en behoeften niet altijd samenvallen en dat er kloven bestaan tussen persoonlijke ervaringen en algemeen geldende waardesystemen. Als een individu deze dubbelzinnigheden ontkent of verdringt, kan hij of zij geen identiteit ontwikkelen en dus zijn of haar specifieke standpunt niet vertegenwoordigen in interacties (vgl. Krappmann 1973, 167).
Literatuur
Derboven, Wibke/ Kumbruck, Christel (2005): Interkulturelles Training Trainingsmanual zur Förderung unterkultureller Kompetenz in der Arbeit. Heidelberg: Springer Verlag.
Krappmann, Lothar (1973): Soziologische Dimension der Identität. Strukturelle Bedingungen für die Teilnahme an Interaktionsprozessen. 3. Auflage. Stuttgart: Klett.
Kühlmann, Torsten (1995): Mitarbeiterentsendung ins Ausland – Auswahl, Vorbereitung, Betreuung und Wiedereingliederung. Göttingen: Verlag für Angewandte Psychologie.
Straub, Jürgen/ Weidemann, Arne/ Weidemann, Doris (Hrsg.) (2007): Handbuch interkultureller Kommunikation und Kompetenz. Grundbegriffe – Theorien – Anwendungsfelder. Stuttgart: J. B. Metzler.