De term taboe komt oorspronkelijk uit het Polynesische Tonga (‚tapu‘ o. ‚ta pu‘) en werd gedocumenteerd tijdens de zeereizen van James Cook, waarna de term ook in Europa ingeburgerd raakte. Oorspronkelijk had de Polynesische term religieus-magische connotaties (cf. Freud 2014, 635) en kon het verwijzen naar zowel iets heiligs, onaanraakbaars als iets onzuivers, verbodens (cf. Ibid., 629). Hoewel de term afkomstig is uit de culturele ruimte van Polynesië, is het een intercultureel fenomeen dat ook in elke andere cultuur kan worden aangetroffen (vgl. Wundt 1926).
Intercultureel fenomeen
In het huidige taalgebruik is een taboe een sociaal diep geïnternaliseerd verbod dat, als een ongeschreven en deels onbewuste wet, een bepaald verzuim of stilzwijgen eist van de leden van een culturele groep (cf. ‚taboeonderzoek‘). Dit interculturele fenomeen van sociale taboes werd onder andere bestudeerd door James G. Frazer (1854-1941) en vond zijn weg naar het wetenschappelijke discours ten laatste sinds het schrijven van Totem en Taboe door de Weense psychoanalyticus Sigmund Freud (1856-1939). Terwijl Frazer als eerste het taboe beschreef als een intercultureel fenomeen dat dient om een systeem van sociale orde te consolideren, ziet Freud het taboe eveneens als een individueel psychologisch fenomeen (vgl. Emrich 2015, 13) dat dient om bepaalde verlangens te onderdrukken. „De basis van de taboes is een verboden handeling, waarvoor in het onbewuste een sterke neiging bestaat“ (Freud 2014, p.641), wat ook de fundamenteel ambivalente houding ten opzichte van een taboe zou verklaren, die zowel ontzag als afkeer inhoudt (vgl. Ibid., 636). Ondertussen is het taboe het onderwerp geworden van verschillende disciplines zoals psychologie, sociologie, etnologie, religieuze studies, culturele studies of linguïstiek.
Soorten taboes
Er zijn verschillende soorten taboes, zoals religieuze taboes, genderspecifieke taboes of beleefdheidstaboes. Men kan verder een onderscheid maken tussen taboes die gericht zijn op handelingen, communicatie en bepaalde concepten, objecten, plaatsen, gedachten of zelfs emoties (cf. Balle). Als een taboe verwijst naar een specifiek object of persoon, moet echter vermeld worden dat het niet het getaboeeerde object zelf is dat als verboden wordt beschouwd, maar eerder een bepaalde handeling of houding die erop gericht is (cf. Scholz), namelijk het op een bepaalde manier aanraken, bekijken, benoemen of denken aan het getaboeëerde object.
Veel voorkomende taboeonderwerpen zijn bijvoorbeeld dood, ziekte, uitscheidingen en bepaalde lichaamsfuncties, menstruatie, geslachtsdelen, seksualiteit in het algemeen of van individuele groepen zoals oudere of gehandicapte personen, verslavingen, maar ook praten over ontevredenheid met de toegewezen genderrol (moeder/verzorgerrol), psychologische problemen of negatieve emoties in het algemeen. Ook taboes verbieden vaak incest, kannibalisme, het eten van bepaalde dieren of producten, specifieke politieke debatten of beschuldigingen van ’spreekverboden‘ tegen politiek correcte actoren*.
Taboes versus verboden
Hoewel een taboe aangeeft dat iets verboden is, wordt het meestal onderscheiden van een conventioneel verbod. Terwijl een normaal verbod expliciet wordt aangeleerd, wordt een taboe impliciet geïnternaliseerd in de vroege kindertijd volgens socialisatie binnen een cultureel kader. Taboeovertredingen worden ook niet op dezelfde manier bestraft als verbodsovertredingen, maar roepen vaak reacties op zoals schaamte of walging (cf. Reimann 1989, 421) en worden sociaal bestraft (cf. Kraft 2004, 9-15). Terwijl over verboden gepraat of zelfs gediscussieerd kan worden, „[verbieden taboes] eigenlijk zichzelf. […] taboeverboden missen elke rechtvaardiging […]; onbegrijpelijk voor ons, lijken ze vanzelfsprekend voor degenen die onder hun heerschappij vallen“ (Freud 2014, 629). Zo kan ook worden vastgesteld dat zelfs het discours over een bestaand taboe taboe is (vgl. Balle). En „[t]vreemdste is waarschijnlijk dat wie erin geslaagd is om zo’n taboe te doorbreken, zelf het karakter heeft van het verbodene […]“ (Freud 2014, 632). Deze nevenschikking van taboe en verbod moet echter minder worden begrepen als een strikte dichotomie dan als een continuüm tussen twee poelen (vgl. Schröder 2003, 310).
Taboe functies en schendingen
Sociale taboes beperken de handelingsmogelijkheden van individuen en zijn dus enerzijds repressief en kunnen anderzijds bijdragen tot het consolideren van politieke voorwaarden of het voorkomen van discoursen. Aangezien taboes de functie hebben om de sociale orde te ondersteunen (cf. Betz 1978, 144), kunnen ze ook ontlastend, beschermend of zelfs identiteitsvormend zijn voor het individu (cf. Base 2007). Ze hebben de „sociale functie om gedrag te reguleren, grenzen te stellen, autoriteiten te erkennen, bijvoorbeeld om eigendoms- en machtsverhoudingen en bepaalde sociale ordes veilig te stellen“ (Reimann 1989, 421).
Bijgevolg bedreigt het doorbreken van een taboe als het ware ook de hele sociale groep waarin het taboe geldt (cf. Freud 2014, 616). Om het doorbreken van een taboe te vermijden, kunnen daarom verschillende verbale en non-verbale copingstrategieën worden waargenomen (vgl. Schröder 2003, 311). Zo zijn „eufemismen een ideale procedure om taboes te respecteren zonder de eigen gespreksbehoeften te negeren“ (Reuter 2009, 19). Afhankelijk van de culturele context kan er ook een andere linguïstische benadering van taboes worden waargenomen.
Taboes in interculturele communicatie
Voor contact met een andere culturele groep is het vooral belangrijk om je bewust te worden van potentiële conflictonderwerpen en een respectvolle manier te vinden om daarmee om te gaan (zie ‚taboeonderzoek‘). Weten waarover je niet mag praten of hoe je je niet mag gedragen is ook een essentieel onderdeel van culturele conventies. Aangezien taboes historisch gegroeid zijn en voortdurend veranderen, zijn ze ook sterk afhankelijk van de respectieve culturele context (cf. Kraft 2004, 9-15). Er zijn dus verschillende taboes die alleen in bepaalde culturele kringen gelden. En omdat deze niet expliciet worden gemaakt, bestaat het gevaar van een onbedoelde taboedoorbreking. Maar er zijn ook taboes die in verschillende culturen op dezelfde manier voorkomen, zoals het incesttaboe. Echter, niet alleen de gebieden van taboes zijn cultuurspecifiek, maar ook de mate van taboe en de bijbehorende copingstrategieën (zie Danninger 1982, 237). „Taalkundige kennis van mogelijke ontwijkingsstrategieën [en] tolerantie ten opzichte van taboeverschijnselen“ (Schröder 2003, 314) is daarom fundamenteel voor succesvolle interculturele communicatie.
Literatuur
Balle, Christel: Taboeconcept. https://www.kuwi.europa-uni.de/de/lehrstuhl/ehemalige_professoren/sw2/forschung/tabu/tabubegriff/index.html (14.09.2020).
Base, Gerhard: Über Tabus und Tabuisierungen. In: Taboes und Grenzen der Ethik. Ed. by Michael Fischer and R. Kacianka. Frankfurt a. M.: Peter Lang 2007 (= Ethik transdisziplinär 7). S. 13-30.
Betz, Werner: Taboe. Woorden en verandering. In: Meyers Enzyklopädisches Lexikon. 9e ed. Ed. by Bibliogr. Institut. Mannheim: Bibliographisches Institut 1978 (= deel 23). S. 141-144.
Danninger, Elisabeth: Taboegebieden en eufemismen. In: Taaltheorie en toegepaste taalwetenschap. Festschrift für Alfred Wollmann zum 60. Geburtstag. Ed. door Werner Welte. Tübingen: Narr 1982. pp. 237-251.
Emrich, Matthias: Inleiding. Taboecultuur. In: Teksten en taboe. Over de cultuur van verbod en grensoverschrijding van de late oudheid tot het heden. Onder redactie van Alexander Dingeldein en M. Emrich. Bielefeld: Transcirpt 2015 (= Mainzer Historische Kulturwissenschaften 21). S. 7-18.
Freud, Sigmund: Totem en taboe. In: Verzameld werk. Keulen: Anaconda 2014. pp. 607-758.
Kraft, Hartmut: Taboe. Magie en sociale realiteit. Düsseldorf: Walter 2004.
Reimann, Horst: Taboe. In: Staatslexikon. Recht – Economie – Samenleving in 5 delen. Ed. door de Görres-Vereeniging. 7e volledig herziene editie. Freiburg: Herder 1989 (= deel 5). S. 420-421.
Reuter, Ursula: Taal en taboe. Interpretatie van Franse en Italiaanse eufemismen. Tübingen: Max Niemeyer Verlag 2009 (= Beihefte zur Zeitschrift für Romanische Philologie 346).
Scholz, Alexander: Hand-out voor de lezing: Tabu – Ein ethnophänomenologischer Deutungsansatz. https://www.kuwi.europa-uni.de/de/lehrstuhl/ehemalige_professoren/sw2/forschung/tabu/weterfuehrende_informationei/alexander_scholz/index.html (14.09.2020).
Schröder, Hartmut: Taboe. In: Handboek Interculturele Duitse Studies. Ed. by Alois Wierlacher and A. Bogner. Stuttgart: Metzler 2003. pp. 307-315.
Taboeonderzoek. https://www.kuwi.europa-uni.de/de/lehrstuhl/ehemalige_professoren/sw2/forschung/tabu/index.html (14.09.2020).
Wundt, Wilhelm: Völkerpsychologie. Een onderzoek naar de ontwikkelingswetten van taal, mythe en gewoonte. 4e deel. 4e ed. Leipzig: Scientia Verlag 1926.