De term taalgevoeligheid beschrijft het gevoelige gebruik van taal. Voor een preciezere definitie moeten we eerst kijken naar de twee termen waaruit deze bepalende samenstelling bestaat.
De determinator taal is enerzijds een belangrijk instrument van een samenleving dat communicatie mogelijk maakt. Bovendien is het volgens Locke de „gemeenschappelijke band van de samenleving“ (Locke 1690) die mensen in staat stelt om zich op welke manier dan ook uit te drukken. Achteraf wordt het daarom ook wel de sleutel tot de wereld genoemd (cf. encyclopedie-item Taal als sleutel tot de wereld). Om het bijbehorende basiswoord sensitiviteit te definiëren, verwijzen we hier naar een algemeen geldende definitie die deze term omschrijft als een gevoelige en/of sensitieve manier om met iets om te gaan (cf. Spektrum 2000).
Samengevat en geconcretiseerd definieert taalgevoeligheid dus de gevoelige omgang met het belangrijkste communicatiemiddel van mensen om communicatie mogelijk te maken zonder misverstanden en zonder problemen voor alle betrokkenen. Dit vestigt de aandacht op het belang en het noodzakelijke bewustzijn van deze kwestie in de huidige cultureel zeer diverse gemeenschap. Een andere belangrijke kwaliteit hier is het concreet gestimuleerde bewustzijn van taal en een gerichte aandacht hiervoor, die een belangrijke rol speelt in veel gebieden van het leven (bijv. op school).
Taalgevoeligheid in de schoolcontext
Vooral op school, waar leerlingen geacht worden vakinhoud deels te verwerven door zelf teksten te lezen, is het begrijpen van de taal een belangrijke voorwaarde om de daarin vervatte inhoud te kunnen begrijpen, aangezien „[s]peech learning and subject learning […] are closely intertwined“ (Isselbächer-Giese et al. 2018, 13). Vooral in wiskunde en exacte vakken vormt taal (technische en educatieve taal) een grote uitdaging (vgl. Trendel/Roß 2018, 9 e.v.), waardoor een gevoelige en delicate aanpak in deze context van bijzonder belang is.
Om ervoor te zorgen dat leerlingen gelijke kansen hebben om goed te presteren, is taalgevoelig onderwijs in het algemeen heel belangrijk. Dit staat in het algemeen voor „verschillende onderwijsconcepten die taal bewust gebruiken als een middel om te denken en te communiceren“ (Woerfel/Giesau 2018) door te werken met de verwevenheid van taal- en vakleren die door Isselbächer-Giese et all aan de orde wordt gesteld (vgl. Isselbächer-Giese et al. 2018). Het doel van dit concept is een verbeterde en vereenvoudigde verwezenlijking van het vakspecifieke leerdoel door taalbewustzijn en de bijbehorende hulp (cf. Woerfel/ Giesau 2018).
Volgens Leisen moeten daarbij de volgende principes worden gevolgd: Het eerste principe is de afwisseling van presentatievormen, die „talig-didactisch dwingend“ is (Leisen 2019) en waarbij de lerenden meerdere alternatieven aangeboden krijgen om de inhoud te begrijpen. Een ander voordeel hiervan is dat het voor hen ook de mogelijkheid creëert om te leren hoe ze de vakinhoud zelf kunnen linguïstiseren. Het berekenen van de taalkundige maar ook vakgerelateerde uitdagingen vertegenwoordigt het tweede principe, dat laat zien dat de eisen op dit gebied „net boven het individuele taalniveau“ worden gesteld (Leisen 2019), zodat de lerenden altijd worden gestimuleerd en er een stimulans in zien om permanent meer taal te leren. Er moet altijd gedifferentieerd worden gekeken, omdat verschillende leerders verschillende gradaties van taalondersteuning nodig hebben. Dit is ook de overgang naar het derde en laatste principe, dat methodologische hulpmiddelen als taalhulpmiddelen behandelt. Deze hulpmiddelen ondersteunen leerlingen bij het concrete „taalkundige beheer van standaardsituaties“ (Leisen 2019). Voorbeelden hiervan zijn het schrijven van een experiment of het correct gebruiken van technische termen (cf. Leisen 2019).
Concluderend kan gesteld worden dat het begrijpen van taal niet automatisch verondersteld mag worden (door lerenden), maar bevorderd moet worden. Er is ondersteuning nodig voor het juiste taalbegrip, dat niet alleen moet worden overgedragen naar school, maar ook naar alle andere levensgebieden waarin taal een rol speelt. Aan taalgevoeligheid (in de schoolcontext) moet in het algemeen veel belang worden gehecht, omdat dit concept kan worden gebruikt om individuele taalachtergronden te ondersteunen.
Literatuur
Isselbächer-Giese, Annette/ Witzmann, Cornelia/ Königs, Charlotte/ Besuch, Natascha (2018): Taalgevoelig worden, taalvormend lesgeven – anders denken over lesgeven. In: Trendel, Georg/ Roß, Joachim (eds.): SINUS.NRW: Promoting Understanding – Designing Learning Processes. Een andere kijk op wiskunde en wetenschap. Münster: Waxmann, 13-31. https://www.schulentwicklung.nrw.de/sinus/upload/Phase05/Broschuere/SINUS_Gesamt.pdf [02.10.2019].
Leisen, Josef (2019): Uitgangspunten in taalsensitief vakonderwijs. http://www.sprachsensiblerfachunterricht.de/prinzipien [02.10.2019].
Locke, John (1690): An essay concerning human understanding. Londen.
Spectrum (2000): Sensitiviteit. https://www.spektrum.de/lexikon/psychologie/sensibilitaet/14089 [01 okt. 2019].
Trendel, Georg/ Roß, Joachim (2018): Inleiding. In: ders. (red.): SINUS.NRW: Begrip bevorderen – leerprocessen vormgeven. Rethinking wiskunde en natuurwetenschappen. Münster: Waxmann, 9-11. https://www.schulentwicklung.nrw.de/sinus/upload/Phase05/Broschuere/SINUS_Gesamt.pdf [02.10.2019].
Woerfel, Till/ Giesau, Marlis (2018). Taalgevoelig onderwijs. Keulen: Mercator-Institut für Sprachförderung und Deutsch als Zweitsprache (Basiswissen sprachliche Bildung). https://www.mercator-institut-sprachfoerderung.de/de/themenportal/thema/%20sprachsensibler-unterricht/ [04.10.2019].