Samenzweringstheorieën worden gedefinieerd als acties die impliceren dat andere mensen, bijvoorbeeld machtige politici of invloedrijke ondernemers, in het geheim kwade bedoelingen hebben. Ze zouden iets van plan zijn dat hen een voordeel geeft en alle andere mensen schaadt. De samenzweerders zijn dus een antidemocratische groep die zich afzet tegen de meerderheid van de bevolking en daartegen optreedt (vgl. Appel en Mehretab, 2019). Er wordt dus een vijandbeeld gecreëerd. Complottheoretici proberen een complottheorie te bewijzen door feiten en verzonnen informatie te mengen. Er is echter geen aantoonbaar bewijs voor de complottheorie (vgl. Schneider en Toyka-Seid, 2020).
Complottheorieën en complotideologieën
In de literatuur wordt onderscheid gemaakt tussen complottheorieën en complotideologieën. Een complottheorie of ook wel samenzweringshypothese houdt in dat een complot getoetst kan worden op empirische verklaringen, waardoor het ook gecorrigeerd kan worden. Als op basis van een empirisch onderzoek om de waarheid van deze theorie te verifiëren, wordt vastgesteld dat er niet genoeg bewijs is om deze theorie te ondersteunen, wordt deze terzijde geschoven (vgl. Lpb). Anderzijds spreken we van een samenzweringsideologie als een samenzweringstheorie blijft bestaan ondanks bewijs van het tegendeel. Mensen die in dergelijke ideologieën geloven, worden ook wel complotgelovers genoemd. „Net als totalitaire politieke ideologieën vertegenwoordigen ook samenzweringsideologieën een absolute aanspraak op de waarheid met een duidelijk identificeerbaar vijandbeeld.“ (Lpb)
Oorzaken
Er zijn drie verschillende motieven geïdentificeerd voor het geloven in samenzweringstheorieën. Het epistemische motief komt vooral voor bij complexe systemen en fenomenen. Samenzweringstheorieën bieden een vereenvoudiging van complexe feiten in begrijpelijke verklaringen met een eenvoudig vriend-vijand schema. Een voorbeeld is de ontkenning van door de mens veroorzaakte klimaatverandering. Dit is een wetenschappelijk fenomeen dat enorm complex is en waar veel onderzoek naar is gedaan, maar toch kan het niet volledig worden begrepen. Het ontkennen van verandering door zogenaamd eenvoudige verklaringen vermindert de complexiteit die moet worden aangepakt.
Het tweede motief heeft te maken met verlies van controle en een gevoel van machteloosheid (existentieel motief). Het spreekt aan wanneer mensen het gevoel hebben dat ze geen controle hebben over hun leven en zich bedreigd voelen door gevaren van buitenaf. Mensen in zulke situaties zijn ontvankelijker voor samenzweringstheorieën en zullen er eerder in geloven.
Het derde motief, het sociale motief, heeft te maken met het compenseren van onzekerheden en een gevoel van uitsluiting. Complottheorieën dienen om mensen zich beter te laten voelen en kunnen zorgen voor identificatie van een groep of een persoon (cf. Appel en Mehretab, 2019).
Complottheorieën door de eeuwen heen
Complottheorieën winnen aan populariteit en aandacht in tijden van grote onzekerheid en crisis. Ze zijn dus geen fenomeen dat uniek is voor de postmoderniteit, maar zijn keer op keer opgedoken in de menselijke geschiedenis. Bijvoorbeeld in de 14e eeuw met de verspreiding van de pest in Europa. Ook toen werd in medejoden een zondebok gevonden en een oud vijandbeeld opgediend. Volgens complottheorieën uit die tijd zouden zij schuld hebben aan de pest en werden ze geconfronteerd met vervolging en represailles (vgl. Appel en Mehretab, 2019). Een ander voorbeeld is de legende van de messteek in de rug. Hierin wordt een verraad van zowel democratisch links als de communisten en Joden tegen de Duitse Wehrmacht genoemd als oorzaak van de nederlaag in de Eerste Wereldoorlog. De legende van de „messteek in de rug“ diende niet alleen om het zelfbeeld van Duitsland te versterken, maar ook om het beleid van de nationaalsocialisten te legitimeren (vgl. Lpb). In de moderne tijd zien we een toename van verschillende samenzweringstheorieën. De kennis van experts en autoriteiten verliest aan belang bij aanhangers van complottheorieën en vermeende waarheden vormen de basis voor beslissingen.Toch is het belangrijk om open te staan voor tegengestelde meningen in het maatschappelijk discours.Als theorieën gebaseerd zijn op feiten en een goede basis hebben, moeten ze niet licht worden afgedaan als complotverhalen, maar moet er een kritisch debat volgen. Anders vindt een mogelijk onterechte discreditering en framing van de tegenhanger plaats en wordt een maatschappelijk discours verhinderd (vgl. Douglas et al. 2019).
Ook in de nasleep van de Coronapandemie is een toegenomen aandacht van verschillende complottheorieën en complotlogica’s waar te nemen. Deze variëren van de opzettelijke vernietiging van het economische systeem tot de ontkenning van het bestaan van virussen. Sommige theorieën en beweringen spreken elkaar tegen, maar winnen niettemin aan populariteit en waren onlangs ook het onderwerp van discussie op de Federale Persconferentie (cf. Federale Persconferentie, 31.08.2020).
Bibliografie
Schneider, Gerd en Toyka-Seid Christiane (2020): Das junge Politik-Lexikon von www.hanisauland.de, Bonn: Bundeszentrale für politische Bildung.
Landeszentrale für politische Bildung. www.lpb-bw.de/verschwoerungstheorien.
Appel en S. Mehretab (2019). De psychologie van het postfeitelijke: On Fake News, „Lügenpresse“, Clickbait & Co. complottheorieën (pp.117-126).
Douglas, Karen, Uscinski, Joseph, Sutton, Robbie M., Cichocka, Aleksandra, Nefes, Turkay, Ang, Chee Siang, Deravi, Farzin (2019): Het begrijpen van samenzweringstheorieën. Advances in Political Psychology, 40 (S1). pp. 3-35.
De federale overheid: www.bundesregierung.de/breg-de/suche/regierungspressekonferenz-vom-31-august-2020-1781420.