Het Riemann-Thomann model werd oorspronkelijk ontwikkeld door Fritz Riemann in 1975 en overgenomen door de psycholoog Christoph Thomann in 1988. Schulz von Thun paste het uiteindelijk toe op interpersoonlijke communicatie. Het model probeert persoonlijkheid en gedrag eenvoudiger te verklaren en stelt dat er de respectievelijke tegenpolen zijn van nabijheid (interpersoonlijk contact, harmonie, veiligheid) en afstand (onafhankelijkheid, rust, individualiteit), evenals duur (orde, regelmaat, controle) en verandering (afwisseling, spontaniteit, creativiteit).
Elke persoonlijkheid kan in dit coördinatenstelsel worden geplaatst. Afhankelijk van de oriëntatie ontstaat een andere persoonlijke houding ten opzichte van een gesprekspartner. Idealiter zou er een evenwicht zijn tussen deze basistendensen, maar in interpersoonlijke communicatie wordt meestal maar één van de tegengestelde uitdrukkingen tegelijk geactiveerd. Hoe iemand reageert, communiceert of zich voelt, kan daarom gedeeltelijk worden afgeleid uit dit model en soms beter worden begrepen. Als bijvoorbeeld een persoon met een sterke behoefte aan afstand een persoon met een behoefte aan nabijheid ontmoet, kunnen er spanningen en interpersoonlijke conflicten ontstaan.
Literatuur
Schulz von Thun, Friedemann (o.J.): das Werte- und Entwicklungsquadrat. https://www.schulz-von-thun.de/die-modelle/das-werte-und-entwicklungsquadrat [13.01.2021].
Lubienetzki, Ulf / Schüler-Lubienetzki, Heidrun (2020): Laten we met elkaar praten. De psychologie van succesvolle conversatie. Hamburg: Springer Verlag.