Enerzijds verwijst postkolonialisme naar de periode sinds het einde van de koloniale overheersing en de daaruit voortvloeiende constellaties op cultureel, sociaal en politiek vlak (cf. Hegerfeldt 2007, 602). Anderzijds wordt het opgevat als een intellectuele stroming van de postmodernisten die zich bezighoudt met de geschiedenis van het (Europese) kolonialisme en gebruik maakt van verschillende impulsen uit de sociologie, linguïstiek en literaire, culturele, historische en politieke studies (vgl. ibid.). De studie van cultuur en identiteit van naties of bevolkingsgroepen die gevormd zijn door kolonisatiecontexten is bedoeld om het voortbestaan van imperialistische structuren in verschillende levensdomeinen in vraag te stellen (cf. Young 2001, 57).
Het postkoloniale discours roept dus een kritische reflectie op over „koloniale omstandigheden uit het verleden die tot in het heden zijn blijven bestaan“ (Pourmokhtari 2013, 1786) en deconstrueert westerse of eurocentrische veronderstellingen over niet-westerse samenlevingen (Afrika, India, Nabije en Midden-Oosten). Het overkoepelende doel van het postkolonialisme is het onderzoeken van koloniaal onrecht, het ontmantelen van wereldwijde hiërarchieën door de sociale emancipatie van postkoloniale groepen en de reconstructie van hun culturele kennisbasis (zie Hegerfeldt 2007, 602).
Pioniers van het postkolonialisme
Naast de antikolonialistische geschriften van F. Fanon bleek de beroemde studie Orientalism (1978) van de Palestijnse literatuurwetenschapper Edward Said, die wordt beschouwd als de grondtekst van postkolonialistische benaderingen, baanbrekend voor de postkoloniale theorievorming (vgl. ibid.). De kernthese gaat uit van het bestaan van subtiele, hardnekkige Eurocentrische vooroordelen tegen de Arabisch-islamitische wereld en haar cultuur (vgl. Boatcă 2015, 114).
De poststructuralistische geschriften van H. Bhabha en G. Spivak zijn ook van bijzonder belang. De laatste „ontwikkelt het concept van hybriditeit als een centraal aspect van postkoloniale identiteit, volgens welke de autoriteit van de koloniale meesters wordt ondermijnd door de vervreemdende toe-eigening van hun cultuur door de gekoloniseerde groepen. In de botsing van culturen opent zich een tussenruimte die verzet en interventie mogelijk maakt.“ (Hegerfeldt 2007, 602)
Controverses rond postkolonialisme
Er is kritiek op de benaderingen die kritiek hebben op het kolonialisme en die onder de term postkolonialisme vallen. Kritiekpunten zijn onder andere „de toepassing van westerse theoretische verhandelingen op postkoloniale problemen en het gebruik van westerse vormen en talen door postkoloniale auteurs.“ (ibid.)
Bovendien wordt het postkolonialisme ervan beschuldigd het imperialisme te bestendigen door zich te veel te richten op het concept van kolonialisme en de verschillen tussen historisch ervaren kolonialisme en huidige postkoloniale omstandigheden te verdoezelen (cf. ibid.).
Van de ‚postkoloniale wending‘ naar de ‚dekoloniale optie
De dekolonialiteitsbenadering, die voortkwam uit de koloniale ervaring van Latijns-Amerika, verschilt van eerdere postkolonialistische theorievorming door zich meer te richten op thematische gebieden van de politieke economie (vgl. Boatcă 2015, 124). Het moet worden begrepen als een tegenreactie op de homogeniserende tendensen van postkoloniale studies, terwijl andersluidende standpunten worden verwaarloosd (vgl. ibid., 121).
Het concept van kolonialiteit moet onderscheiden worden van kolonialisme en beschrijft, in tegenstelling tot kolonialisme, een blijvende, continu bestaande machtsstructuur, gecreëerd door de kolonisatie van Amerika door Europa, die zowel de schaduwzijde als de noodzakelijke voorwaarde van de Westerse moderniteit vertegenwoordigt (cf. ibid., 119).
In deze context voegt Mignolo eraan toe: „‚Decoloniaal‘ wordt steeds vaker gebruikt om politieke en epistemische projecten aan te duiden in plaats van een disciplinair studiegebied. […] Dekolonialiteit betekent daarom zowel de analytische taak om de logica van kolonialiteit te onthullen als de prospectieve taak om bij te dragen aan de opbouw van een wereld waarin vele werelden naast elkaar zullen bestaan.“ (Mignolo 2012, 54)
Literatuur
Boatcă, Manuela (2015): Postkolonialisme en dekolonialiteit. In: Fischer, Karin/ Hauck, Gerhard/ Boatcă, Manuela (eds.): Handbuch Entwicklungsforschung. Wiesbaden: Springer VS, 113-123.
Hegerfeldt, Anne (2007): Postkolonialisme. In: Burdorf, Dieter/ Fasbender, Christoph/ Moennighoff, Burkhard (eds.): Metzler Lexikon Literatur. Termen en definities. 3e ed. Stuttgart/ Weimar: Metzler, 602.
Mignolo, Walter (2012): De donkere kant van de westerse moderniteit. Durham: Duke University Press.
Pourmokhtari, Navid (2013): A Postcolonial Critique of State Sovereignty in ir: the contradictory legacy of a ‚West-centric‘ discipline. In: Third World Quarterly 34.
Young, Robert J. C. (2001): Postkolonialisme. Een historische inleiding. Oxford: Blackwell Publishing.