In de sociologie beschrijft de term patriarchaat (van Oudgrieks patriá: afkomst, geslacht, stam, uitgebreide familie en árchein: heersen) een sociaal systeem waarin een machtsonevenwicht bestaat tussen de mannelijke en vrouwelijke seksen en vrouwen ondergeschikt zijn aan de mannelijke dominantie. Het begrip patriarchaat is van groot belang, vooral in de feministische theorie, om sociale ongelijkheden en discriminatie van vrouwen te onderzoeken en ze „te vatten als onderdelen van een overkoepelend fenomeen“ dat een structureel probleem is en niet van natuurlijke aard (vgl. Cyba 2008). In deze context is de term niet alleen te herleiden tot politieke systemen in een tijdsgebonden context, maar beschrijft hij een concept en een alledaagse bestaande toestand, die globaal alle vormen van discriminatie van vrouwen ten opzichte van het mannelijke geslacht omvat (vgl. ibid.).
Patriarchale structuren in de tijd tot op heden
De ontwikkeling van het patriarchaat is vandaag de dag nog steeds een controversieel onderwerp in de wetenschap, maar patriarchale verschijnselen en systemen kunnen worden gedateerd tot 3000 jaar voor Christus (vgl. Cyba 2008). De hele geschiedenis van de afgelopen gedocumenteerde millennia wordt gekenmerkt door patriarchale heerschappij, die vaak vooral werd gerechtvaardigd door de veronderstelde fysieke en mentale superioriteit van mannen.
Patriarchale structuren zijn echter nog steeds relevant en hebben aanleiding gegeven tot allerlei discussies en bewegingen met betrekking tot sociale gelijkheid tussen mannen en vrouwen. In Duitsland bijvoorbeeld werd pas in 1918, na decennia van inspanningen en uiteindelijk succesvolle demonstraties, het stemrecht voor vrouwen erkend (vgl. Bundeszentrale für politische Bildung 2018). De verklaarde superioriteit van mannen is ook terug te vinden in de constatering dat verkrachting binnen het huwelijk in Duitsland pas sinds 1997 als strafbaar feit wordt beschouwd en voorheen alleen werd bestraft in het geval van een buitenechtelijke daad (vgl. Deutscher Bundestag 2008). Dit betekent dat de wil van de vrouw om de seksuele handeling te verrichten tot enkele decennia geleden juridisch ondergeschikt was aan de wil van haar man.
Een ander doorslaggevend kenmerk van patriarchale structuren is de dominantie van mannen in leidinggevende posities (mannen bezetten ongeveer twee derde van de leidinggevende posities), evenals de loonkloof tussen mannen en vrouwen, die de verschillen in het gemiddelde bruto uurloon beschrijft. Volgens dit cijfer verdienden vrouwen in 2018 gemiddeld 21% minder dan mannen (cf. Federaal Bureau voor de Statistiek 2018) en zijn ze dus ook financieel niet gelijk.
Matriarchaat
In de meest gangbare definitie van de term verwijst het matriarchaat (van Latijn mater: moeder; Grieks árchein: heersen) naar een sociaal systeem waarin vrouwen de suprematie hebben in het gezin, de staat en de sociale orde. Het matriarchaat lijkt dus haaks te staan op het patriarchaat, of er een „afspiegeling“ van te zijn. Alternatieve definities van de feministische matriarchaattheorie beschrijven het concept als een egalitaire, pacifistische sociale orde gebaseerd op naturalistische waarden (zie Helduser 2002).
Heide Göttner-Abendroth daarentegen definieert het matriarchaat op basis van observaties van nog steeds bestaande matriarchale sociale systemen (bijv. Khasi en Garo in Noordoost-India, Nayar in Zuid-India, Akan-volkeren in West-Afrika, enz. Deze samenlevingen zijn meestal agrarische samenlevingen die in clans leven, waarvan de vrouwen de controle hebben over de voorraden en de overhand hebben in de besluitvorming. Vooral de matrilineariteit, d.w.z. de lijn van overerving aan moederszijde, is bepalend. In deze matriarchale samenlevingen wonen soms wel 100 clanleden in één huis en volgen zij verdere, soms strenge interne richtlijnen (zie Göttner-Abendroth 2010).
Geschiedenis
De geschiedenis van het matriarchaat wordt door verschillende theorieën belicht. Jakob Bachofen stelde bijvoorbeeld dat alle patriarchale orden werden voorafgegaan door een matriarchale orde. Volgens deze theorie ontstonden in de landbouw cultussen waarin onder andere vrouwelijke godheden werden vereerd voor de vruchtbaarheid en vrouwen de overhand hadden. In de overgang naar het patriarchaat zag hij de vervanging van ‚vrouwelijke‘ zinnelijkheid door ‚mannelijke‘ rationaliteit (vgl. Helduser 2002).
Op basis hiervan heeft Friedrich Engels, aangevuld met het onderzoek van de etnoloog Lewis Henry Morgan, deze theorie materialistisch geherinterpreteerd en deze vermeende matriarchale vroeghistorische orde gedefinieerd als een communistische maatschappij die vervangen werd door de opkomst van het privé-eigendom. Het mogelijke bestaan van matriarchale systemen maakte het mogelijk zich af te vragen of er naast het patriarchaat alternatieve sociale systemen hadden kunnen bestaan (vgl. ibid.).
Het historische bestaan van matriarchale samenlevingen wordt in de archeologie en de etnologie echter sterk betwist. De mogelijkheid van matrilocaliteit, d.w.z. vrouwelijke dominantie in bepaalde sociale sferen, lijkt daarentegen zeer waarschijnlijk (zie ibid.).
Heide Göttner-Abendroth definieert daarom de geschiedenis van het matriarchaat op basis van nog bestaande matriarchale sociale vormen. Volgens haar bestonden er matriarchale sociale systemen in de tropische, subtropische en gematigde zones van de aarde, die ontstonden door de vervanging van de jager-verzamelaarscultuur door plantenteelt („neolithische revolutie“). Volgens Göttner-Abendroth omspant de matriarchale cultus een periode van meerdere millennia en reikt deze van het neolithicum tot de late bronstijd, waarbij de vroegere stedelijke centra worden omvat (vgl. Göttner-Abendroth 2010).
Literatuur
Cyba, Eva (2008): Patriarchat: Wandel und Aktualität. In: Becker, Ruth/ Kortendiek, Beate (Hrsg.): Handbuch Frauen- und Geschlechterforschung. Theorie, Methoden, Empirie. 3. Aufl. Wiesbaden: VS Verlag. S.17–22.
Göttner-Abendroth, Heide (2010): Matriarchat: Forschung und Zukunftsvision. In: Becker, Ruth/ Kortendiek, Beate (Hrsg.) Handbuch Frauen- und Geschlechterforschung. Theorie, Methoden, Empirie. 3. Aufl. Wiesbaden: VS Verlag. S: 23–29.
Helduser, Urte (2002): Matriarchat. in: Renate Kroll (Hrsg.): Metzler Lexikon. Gender Studies Geschlechterforschung. Ansätze – Personen – Grundbegriffe. Stuttgart, Weimar: J.B. Metzler. S: 259–260.
Statistisches Bundesamt. Qualität der Arbeit. Frauen in Führungspositionen. https://www.destatis.de/DE/Themen/Arbeit/Arbeitsmarkt/Qualitaet-Arbeit/Dimension-1/frauen-fuehrungspositionen.html [19.09.2020]
Statistisches Bundesamt. Qualität der Arbeit. Gender Pay Gap https://www.destatis.de/DE/Themen/Arbeit/Arbeitsmarkt/Qualitaet-Arbeit/Dimension-1/gender-pay-gap.html [19.09.2020]
Wissenschaftliche Dienste des Deutschen Bundestages (2008): Vergewaltigung in der Ehe: Strafrechtliche Beurteilung im europäischen Vergleich. Fachbereich WD 7. Deutscher Bundestag. https://www.bundestag.de/resource/blob/407124/6893b73fe226537fa85e9ccce444dc95/wd-7-307-07-pdf-data.pdf [19.09.2020]
Wolff, Kerstin (2018): Der Kampf der Frauenbewegung um das Frauenwahlrecht. Bundeszentrale für politische Bildung. https://www.bpb.de/geschichte/deutsche-geschichte/frauenwahlrecht/278701/der-kampf-der-frauenbewegung-um-das-frauenwahlrecht [19.09.2020]