De term migratie is tegenwoordig aanwezig in het dagelijkse politieke en sociale leven. Het is vaak te vinden in dagelijkse kranten, debatten in de Bondsdag of politieke gesprekken op publieke tv-zenders.
Classificatie
Naast het populair-wetenschappelijke gebruik is de term ook te vinden in verschillende wetenschapsgebieden, zoals sociologie, psychologie en biologie. In evolutionair onderzoek, een vakgebied van de biologie, speelt de term een beknopte rol. In de evolutie van hominiden wordt de term migratie gebruikt om de migratie van vroege mensen (Homo sapiens) van Afrika naar de verschillende regio’s op aarde te beschrijven (vgl. Campbell/Reece 2009, 981-988).
Sociologie laat daarentegen een breder concept van migratie zien. Typische modewoorden hier zijn bijvoorbeeld arbeidsmigratie, onderwijsmigratie, vluchtelingenmigratie of huwelijksmigratie, die hier echter niet nader zullen worden toegelicht (vgl. Hahn 2012, 148; vgl. Oltmer 2010, 16 e.v.).
Etymologie
Etymologisch gezien komt de term uit het Latijn (lat. migratio), wat emigratie of migratie betekent (vgl. Duden 2011). De oorsprong van deze term is gebaseerd op oude bronnen, waarmee opkomende menselijke migratiebewegingen in de late oudheid werden aangeduid. De reden voor deze migratiebewegingen kan worden verondersteld de militaire expansiepolitiek van het Romeinse Rijk te zijn, waardoor oude volkeren zoals de Visigoten, Vandalen of Suebi zich gedwongen voelden om te vluchten en grote migraties door Europa uitvoerden (vgl. Burckhardt 2008, 119-122.).
In de literatuur zijn veel vergelijkbare definities van de term migratie te vinden. Een gangbare definitie is die van Schönpflug, die de term migratie als volgt definieert: „Onder migratie […] verstaan we alle migratiefenomenen van individuen of groepen van verschillende etnische groepen die dienen om het centrum van hun leven te verplaatsen naar een ruimtelijk-sociaal-cultureel andere context“ (Schönpflug 2003, 328).
Directe/indirecte migratie
Mensen kunnen direct of indirect door migratie worden beïnvloed. In de volksmond worden ze migranten of migrantenvrouwen genoemd. In de wetenschap wordt een gedifferentieerde benadering gehanteerd om deze mensen aan te duiden. Er wordt uitgegaan van specifieke situatieconstellaties, die aan de hand van twee kenmerken (vrijwilligheid en permanentie) worden geconcretiseerd. Dit resulteert in vier verschillende migratiegroepen met een specifieke betekenis.
Als mensen permanent en vrijwillig naar een land migreren, worden ze immigranten genoemd. Als de constellatie daarentegen tijdelijk en vrijwillig is, worden ze migranten genoemd. De term ‚gastarbeider‘ kan in dit geval als een beknopt voorbeeld worden aangehaald. Dit zijn migranten die vanaf de jaren 1950 naar de Bondsrepubliek Duitsland emigreerden, voornamelijk om economische redenen.
Als er daarentegen sprake is van onvrijwillige migratie als gevolg van oorlog, milieurampen of hongersnood, spreken we van vluchtelingen. Als mensen worden gekenmerkt door een onvrijwillige en tijdelijke situatie, worden ze asielzoekers genoemd (zie Schönpflug 2003, 328).
Conceptuele overlappingen
Bovendien vertoont de term sterke overlappingen en interacties met verwante terminologie. Belangrijke termen in dit geval zijn bijvoorbeeld vlucht, diaspora of acculturatie. Landen waar mensen bij voorkeur naartoe immigreren worden immigratielanden genoemd. Ze kunnen zowel gereguleerde als minder gereguleerde immigratie nastreven. In de regel is er sprake van gereguleerde migratie.
Migratie is dus gebonden aan verschillende taken en regels die door politieke instellingen (parlementen, ministeries) worden opgesteld. De resulterende verblijfsrichtlijnen kunnen bijvoorbeeld regels voor gezinshereniging, de bepaling van de verblijfsduur of zelfs sociale bijstand omvatten. Naast deze vereisten voor migranten is de staat verantwoordelijk voor deze mensen wanneer ze worden toegelaten.
Dit kan tot uiting komen in de vorm van opleiding, begeleiding, cultureel aanbod of zelfs medische zorg. De staat is geïnteresseerd in de integratie van migranten in de gastsamenleving om de integratie van deze mensen op lange termijn te garanderen (cf. Schönpflug 2003, 331-333).
Stressoren en discriminatie
In dit integratieproces doen zich vaak problemen voor. Enerzijds kunnen deze ontstaan door etniciteit. Dit probleem uit zich in discriminatie van migranten door het gastland. Anderzijds heeft migratie over het algemeen een negatieve impact op het psychologisch welzijn van de betrokkenen. Mogelijke stressoren zijn een gebrek aan taalvaardigheid in het land van emigratie, heimwee en eenzaamheid, die werden geïdentificeerd in een studie van Berry in 1991 (cf. Schönpflug 2003 331-333; Berry 1992).
Geschiedenis van migratie in Duitsland
Migratie wordt in de media, zoals tv en dagbladen, vaak afgeschilderd als een uitzonderlijke en niet-reguliere gebeurtenis. Volgens Mecheril moet dit echter worden ontkend. Duitsland was tot 1890 een emigratieland. Er kan bijvoorbeeld een arbeidsemigratie van mensen uit Westfalen naar Nederland worden opgetekend, naast emigratie naar Frankrijk of Zwitserland.
Vanaf 1949 daarentegen waren de eerste grootschalige immigratiebewegingen alomtegenwoordig in het naoorlogse Duitsland. Jaarlijks emigreerden meer dan 250.000 mensen naar de Bondsrepubliek Duitsland (cf. Mecheril 2007, 469 f.). De belangrijkste reden voor deze migratiegolf was de vlucht of uitzetting uit Centraal- en Oost-Europa van verbannen Duitsers.
Door een wervingsovereenkomst met landen als Italië, Griekenland, Turkije of Joegoslavië kon de Bondsrepubliek Duitsland in de jaren 1950 en 1960 een groot aantal benodigde gastarbeiders werven om de economische opleving verder te versnellen. In de jaren 1990 volgden nog meer migranten, naast etnische Duitse immigranten uit Oost-Europa ook oorlogsvluchtelingen uit de Joegoslavische oorlogen (vgl. Worbs/ Bund/ Kohls/ von Gostomski 2013, 30-33; vgl. Alscher/ Obergfell/ Roos 2015, 21-36).
Literatuur
Alscher, Stefan/ Obergfell, Johannes/ Roos, Stefanie R. (2015): Migratieprofiel Westelijke Balkan. Oorzaken, uitdagingen en oplossingen. Werkdocument 63. Federaal bureau voor migratie en vluchtelingen.
Berry, John (1992): Acculturatie en aanpassing in een nieuwe samenleving. In: Internationale migratie. Vol. 30, 1-69.
Burckhardt, Leonhard (2008): Militaire geschiedenis van de oudheid. München: Beck.
Campbell, Neil A./ Reece, Jane B. (2003): Biologie. 6e ed. Heidelberg: Spektrum.
Duden (2011): Duits universeel woordenboek. 7e ed. Mannheim: Bibliographisches Institut.
Hahn, Sylvia (2012): Historisch migratieonderzoek. In: Bösch, Frank/ Epple, Angelika/ Gestrich, Andreas/ Marszolek, Inge/ Potthast, Barbara/ Rau, Susanne/ Röckelein, Hedwig/ Schwerhoff, Gerd/ Wagner-Hasel, Beate (eds.): Historische Einführungen. Vol. 11. 1. Frankfurt am Main: Campus.
Mecheril, Paul (2007): Migratie en integratie. In: Straub, Jürgen/ Weidemann, Arne/ Weidemann, Doris (eds.): Handbuch interkulturelle Kommunikation und Kompetenz, Grundbegriffe-Theorien-Anwendungsfelder. Ulm: Metzler, 469-479.
Oltmer, Jochen (2010): Migratie in de 19e en 20e eeuw. In: Gall, Lothar (red.): Enzyklopädie deutscher Geschichte. Vol. 86. München: Oldenbourg.
Schönpflug, Ute (2003): Migratie en integratie. In: Thomas, Alexander/ Kammhuber, Stefan/ Schroll-Machl, Sylvia (eds.): Handbuch interkulturelle Kommunikation und Kooperation. Landen, culturen en interculturele professionele activiteit. Deel 2. Göttingen: Vandenhoeck & Ruprecht, 328-341.
Schroll-Machl, Sylvia (ed.): Handbuch Interkulturelle Kommunikation und Kooperation. Landen, culturen en interculturele professionele activiteit. Deel 2. Göttingen: Vandenhoeck & Ruprecht, 328-339.
Worbs, Susanne/ Bund, Eva/ Kohls, Martin/ Gostomski, Christian B. von (2013): (Spät)Aussiedler in Deutschland. Een analyse van actuele gegevens en onderzoeksresultaten. Onderzoeksrapport 20. Bundesamt für Migration und Flüchtlinge.