De term mentaliteit vindt zijn oorsprong in het Latijn (mens „met betrekking tot de geest“). In het dagelijks taalgebruik verwijst het volgens het woordenboek van Duden naar een „type geest en ziel“ of de „speciale manier van denken en voelen“ van individuen, sociale groepen of zelfs hele volkeren. Het speciale dat afwijkt van de eigen ’normen‘ en ideeën wordt mentaliteit genoemd.
De vakwetenschap breidde deze betekenisdimensies uit: „Een mentaliteit in de zin van de mentaliteitsgeschiedenis is […] de totaliteit van gewoonten of disposities van denken en voelen en van willen of moeten in sociale groepen“ (Hermanns 1995, 77).
Historische mentaliteit
Historicus Peter Dinzelbacher benadrukt de wederkerigheid van de elementen en de tijdsdimensies. „Historische mentaliteit is het geheel van manieren en inhouden van denken en voelen dat vormend is voor een bepaald collectief in een bepaalde tijd. Mentaliteit manifesteert zich in acties“, legt Dinzelbacher uit (Dinzelbacher 1993, 21). De collectieve inhouden van het denken zijn echter geen complexe theorieën of denksystemen, maar eerder „de basisovertuigingen die algemeen geldig zijn in een cultuur“ (ibid., 23).
Taalkundige perspectieven
Linguïstische perspectieven benadrukken linguïstische facetten van conceptualisering: „Mentaliteiten omvatten de totaliteit van het menselijke sociale, culturele en mediale en dus linguïstische handelen en zijn als het ware de basis van dit handelen, dat zichtbaar en reconstrueerbaar wordt door taal“ (Kreuz/ Mroczynski 2016, 2 f.). Niettemin is het „in de eerste plaats een zoekterm […], die als zodanig de functie heeft ons aan te spreken op het verkennen en beschrijven van mentaliteiten die historisch of sociologisch gezien vooralsnog volledig onbekend zijn“ (Hermanns 2012, 9). Bovendien fungeert het als „een noodzakelijk concept om interpersoonlijke en intergroepsgebonden bijzonderheden wetenschappelijk te beschrijven en te verklaren“ (Werlen 1998, 76).
Mentaliteiten en sociale klassen
De socioloog Theodor Geiger beschrijft mentaliteit als een „subjectieve ideologie“. Afhankelijk van de klasse waartoe mensen behoren en de levensomstandigheden die daarmee gepaard gaan, wordt doorgaans een specifieke mentaliteit ontwikkeld. „Duizend details van het dagelijks leven vormen in het ensemble het type levensductus en dit is de uitdrukking van de mentaliteit“, beschrijft Geiger (Geiger 1987, 80).
Het is moeilijk om de Duitse mentaliteit in een paar woorden te beschrijven, omdat er binnen Duitsland veel verschillende regio’s en culturele verschillen zijn. Er zijn echter enkele algemene kenmerken die vaak worden geassocieerd met de Duitse mentaliteit:
1. Stiptheid en betrouwbaarheid: Duitsers staan bekend om hun stiptheid en betrouwbaarheid. Afspraken en data worden meestal precies nagekomen.
2. orde en efficiëntie: Duitsers hebben vaak een voorkeur voor orde en structuur en proberen hun taken op een efficiënte manier af te ronden.
3. grondigheid en zorgvuldigheid: Duitsers hechten vaak veel belang aan grondigheid en zorgvuldigheid in hun werk en bij alledaagse taken.
4. directheid en eerlijkheid: Duitsers kunnen soms als direct of zelfs onbeleefd worden ervaren, omdat ze vaak open en eerlijk hun mening geven.
5. respect voor regels en wetten: Duitsers hebben vaak veel respect voor regels en wetten en houden zich er meestal aan.
6. zuinigheid en spaarzaamheid: Duitsers hebben vaak een sterk gevoel voor zuinigheid en spaarzaamheid.
Natuurlijk zijn dit slechts algemene kenmerken en zijn er zeker veel individuele verschillen binnen de Duitse bevolking.
Literatuur
Dinzelbacher, Peter (1993): Over de theorie en praktijk van de mentaliteitsgeschiedenis. In: ders. (red.): Europäische Mentalitätsgeschichte. Hoofdthema’s in afzonderlijke presentaties. Stuttgart.
Hermanns, Fritz (1995): Sprachgeschichte als Mentalitätsgeschichte. Reflecties over betekenis en vorm en het object van historische semantiek. In: Gardt, Andreas/ Mattheier, Klaus/ Reichmann, Oskar (eds.): Sprachgeschichte des Neuhochdeutschen. Objecten, methoden, theorieën. Tübingen, 69-101.
Hermanns, Fritz (2012): Sprachgeschichte und Mentalitätsgeschichte. Reflecties over betekenis en vorm en het object van historische semantiek. In: Kämper, Heitren/ Linke, Angelika/ Wengeler, Martin (eds.): Der Sitz der Sprache im Leben: Bijdragen tot een culturele analytische taalkunde. Berlijn/ Boston: de Gruyter, 5-36.
Geiger, Theodor (1987): De sociale gelaagdheid van het Duitse volk: sociografisch experiment op statistische basis. Stuttgart: Enke.
Kreuz, Christian/ Mroczynski, Robert (2016): Sprache, Kultur, Mentalität: Sprach- und kulturwissenschaftliche Beiträge zur Analyse von Mentalitäten. Berlijn/Münster: LIT.
Werlen, Erika (1998): Sprache, Kommunikationskultur und Mentalität. Over sociaal- en contactlinguistische theorievorming en methodologie. Tübingen: Niemeyer.