„Alleen tegen de achtergrond van een geconsolideerde eigen identiteit wordt het mogelijk om je echt bezig te houden met de vreemdheid van de Ander.“ (Rosa 2007, 49)
Ethymologie
Identiteit is afgeleid van het Latijnse woord identitas en betekent „absolute gelijkheid“ (Rosa 2007, 47). Socioloog Hartmut Rosa bekijkt de term in verschillende contexten en vormen. In zijn essay Identity legt hij uit dat het zowel in de wiskunde als in de logica „een relatie van perfecte gelijkheid [weerspiegelt] [die] een object met zichzelf en alleen met zichzelf heeft.“ (Rosa 2007, 47) In termen van de essentie van de mens wordt identiteit gekenmerkt door de uniciteit en herkenbaarheid van elk individu. Het vormt het fundament van de individuele persoonlijkheidsvorming. Volgens Rosa zijn taalgebruik en deelname aan cultuur „de basis voor alle interculturele communicatie […] en begrip“ (Rosa 2007, 47).
Drie aspecten van identiteit
In haar boek Interculturele communicatie verdeelt cultuurwetenschapper Edith Broszinsky-Schwabe de identiteiten van de mensen die betrokken zijn bij een interculturele uitwisseling in drie facetten: Eerst en vooral is er de persoonlijke identiteit, die nauw verbonden is met iemands uiterlijke verschijning. Gedrag, taal en geur spelen een essentiële rol in de eerste ontmoeting.Op de tweede plaats komt de sociale identiteit (groepsidentiteit, wij-identiteit, collectieve identiteit). Hier verwerft het individu karakteristieke culturele kenmerken en markeert zo zijn of haar behoren tot een groep waarmee hij of zij zich identificeert. Verder onderscheidt Broszinsky-Schwabe sociale identiteit in verschillende identiteitsgebieden zoals familie, leeftijdsgroep, beroep, religie, enzovoort (vgl. Broszinsky-Schwabe 2011, 44).
Culturele identiteit als derde facet beschrijft individuele personen of groepen die zich laten leiden door „overeenkomsten in taal, normen van samenleven, ideologische en religieuze oriëntaties, artistieke en wetenschappelijke tradities, sportieve en ambachtelijke vaardigheden, gedeelde idealen en waarden [oriënteren]. De overeenkomsten in levenswijze komen bijvoorbeeld tot uiting in woon- en vestigingsgedrag, eetgewoonten, mode, omgangsvormen, symbolen, feesten en vieringen.“ (Broszinsky-Schwabe 2011, 46)
Zelfbeeld – extern beeld
Contact tussen verschillende culturen is momenteel intenser dan ooit. Het behoud van identiteit is dus een uitdaging. Zoals Broszinsky-Schwabe duidelijk maakt, heeft elke individuele cultuur met haar tekens, symbolen, tradities, gedragspatronen en waardesystemen een impact op de vorming van iemands identiteit (cf. Broszinsky-Schwabe 2011, 46). Dit wordt vooral duidelijk wanneer je geconfronteerd wordt met een vreemde cultuur of wanneer je integreert in een vreemd land.
Psychologe Annekatrin Hoppe onderzoekt in dit verband in hoeverre het eerder vertrouwde zelfbeeld verandert binnen een nieuwe omgeving. In haar essay „So war ich nicht, so bin ich nicht!“ (Zo was ik niet, zo ben ik niet) legt ze uit dat wanneer men probeert te integreren in een vreemde omgeving, vertrouwde gedragspatronen en standpunten, maar ook eigenschappen die anders verborgen zouden blijven, ter discussie komen te staan (cf. Hoppe 2013). Het eigen beeld, dat gegroeid is uit de vertrouwde culturele omgeving, komt dan niet meer overeen met het vreemde beeld. Dit leidt op zijn beurt tot „onzekerheid over de eigen identiteit“ (Hoppe 2013, 176).
Globalisering
Identiteitsontwikkeling wordt zowel positief als negatief beïnvloed door de voortdurende verandering van culturen. De veranderingen in culturen zijn indicatief voor het feit dat „cultuur [is] transporteerbaar, het is de lading van zijn dragers.“ (Groh 2003, 172) In dit verband merkt Groh in zijn artikel Identity Change – Globalisation and Cultural Inductions op dat globalisering een destabilisatie veroorzaakt van inheemse, autonome culturen die worden blootgesteld aan industriële culturen. Door de „dominantiekloof[en]“ (Groh 2003, 162) worden culturen geheel of gedeeltelijk uitgewist, waardoor mensen de mogelijkheid wordt ontnomen om individuele identiteiten te vormen (vgl. Groh 2003, 177).
Literatuur
Broszinsky-Schwabe, Edith (2011): Interculturele communicatie. Misverstanden – Begrip. Wiesbaden: Springer.
Groh, Arnold (2003): Identiteitsverandering. Globalisering en culturele inducties. In: Kimminich, Eva (red.): Welt Körper Sprache. Perspectieven op culturele vormen van perceptie en representatie. Culturele identiteit. Constructies en crises. Deel 3. Frankfurt am Main: Peter Lang, 161-185.
Hoppe, Annekatrin (2013): Zo war ich nicht, zo bin ich nicht. Over de invloed van de culturele omgeving op de eigen identiteit. In: Kumbier, Dagmar/ Schulz von Thun, Friedemann (eds.): Interculturele communicatie: methoden, modellen, voorbeelden. 6 ed. Reinbek bei Hamburg: Rowohlt, 170-186.
Rosa, Hartmut (2007) Identiteit. In: Straub, Jürgen/ Weidemann, Arne/ Weidemann, Doris (eds.): Handbuch interkulturelle Kommunikation und Kompetenz. Basisbegrippen – theorieën – toepassingsgebieden. Stuttgart: Metzler, 47-56.