Geert Hofstede was een Nederlandse cultuurwetenschapper, sociaal psycholoog en emeritus hoogleraar organisatorische antropologie en internationaal management aan de Universiteit Maastricht. In vakkringen wordt hij beschouwd als de grondlegger van statistisch onderbouwd intercultureel onderzoek.
Meetbare aspecten
Eind jaren zestig voerde Hofstede een empirisch onderzoek uit bij meer dan 110.000 IBM-medewerkers in 67 landen en ontwikkelde daaruit het model van culturele dimensies. Aanvankelijk identificeerde Hofstede vier culturele dimensies, later gevolgd door nog twee en ook het aantal bestudeerde landen werd uitgebreid tot 76. „Een dimensie is een aspect van een cultuur dat gemeten kan worden in relatie tot andere culturen.“ (Hofstede 2017, 38)
Hieronder volgt een overzicht van de cultuurdimensies:
De culturele dimensie machtsafstand beschrijft de manifestatie van machtsverhoudingen binnen culturen, evenals de verdeling ervan. Of de afstand tussen ouders en kinderen, leraren en leerlingen, leidinggevende en werknemer – hiërarchische relaties kunnen verschillend worden getolereerd. Machtsafstand is dus de
„mate waarin de minder machtige leden van instellingen en organisaties in een land de ongelijke machtsverdeling verwachten en accepteren.“ (Hofstede 2017, 518)
De tweede culturele dimensie beschrijft de relatie tussen individualisme en collectivisme binnen de betreffende cultuur. Terwijl individualistische culturen de nadruk leggen op persoonlijke zelfactualisatie, benadrukken collectivistische culturen de wij-groepsidentiteit.
„Individualisme vertegenwoordigt een maatschappijvorm waarin de sociale banden tussen individuen niet erg sterk zijn. Iedereen wordt geacht alleen om zichzelf of de eigen directe familie te geven.“ (Hofstede 2017, 516)
„Collectivisme vertegenwoordigt een samenleving waarin mensen vanaf hun geboorte in wij-groepen leven, dat wil zeggen groepen met een sterk saamhorigheidsgevoel die hen hun leven lang bescherming bieden voor hun onbetwiste loyaliteit.“ (Hofstede 2017, 516)
Culturen gaan op verschillende manieren om met onbekende situaties die onzekerheid uitlokken. Leden van samenlevingen met een hoge mate van onzekerheidsvermijding proberen zowel het onbekende als het onzekere te beheersen met behulp van regulerende maatregelen. Culturen met een lage onzekerheidsvermijding leggen daarentegen minder nadruk op regelgerichtheid.
Onzekerheidsvermijding verwijst naar de „mate waarin leden van een cultuur zich bedreigd voelen door ambigue of onbekende situaties“. (Hofstede 2017, 522)
De culturele dimensie van mannelijkheid en vrouwelijkheid is een sociaal-culturele categorie omdat het de rolverdeling tussen mannen en vrouwen beschrijft.
„Masculiniteit staat voor een samenleving waarin emotionele genderrollen duidelijk zijn gedefinieerd: Mannen worden geacht assertief, stoer en gericht op materieel succes te zijn; vrouwen worden geacht bescheiden, teder en bezig met kwaliteit van leven te zijn.“ (Hofstede 2017, 518)
„Vrouwelijkheid vertegenwoordigt een samenleving waar emotionele genderrollen elkaar overlappen: zowel mannen als vrouwen worden gezien als bescheiden, gevoelig en bezig met kwaliteit van leven.“ (Hofstede 2017, 514)
De dimensie langetermijn- en kortetermijnoriëntatie beschrijft de oriëntatie van samenlevingen op ofwel kortetermijnsuccessen ofwel langetermijnoplossingen.
„Langetermijnoriëntatie staat voor het koesteren van deugden die gericht zijn op toekomstig succes, met name zuinigheid en doorzettingsvermogen.“ (Hofstede 2017, 518)
„Kortetermijnoriëntatie staat voor het koesteren van waarden die gerelateerd zijn aan het verleden en het heden, met name respect voor tradities, behoud van ‚gezicht‘ en het vervullen van sociale plichten.“ (Hofstede 2017, 517)
De zesde culturele dimensie uit 2010 beschrijft hoe in een samenleving wordt omgegaan met het uiten van individuele behoeften – genotgericht of juist terughoudend.
„Genot staat voor een samenleving waarin een relatief royale bevrediging van basale en natuurlijke menselijke behoeften is toegestaan, die bestaan uit genieten van het leven en plezier maken.“
„Terughoudendheid staat voor een samenleving waarin de bevrediging van behoeften wordt onderdrukt en gereguleerd door middel van strenge sociale normen.“
Kritische stemmen
De critici van Hofstede klagen dat de enquêtes uitsluitend zijn gehouden onder IBM-werknemers en dat uit de resultaten dus geen representatieve conclusies kunnen worden getrokken over de gehele bevolking van een land. IBM-medewerkers komen niet overeen met „gemiddelde“ burgers, aangezien voor deze baan een bovengemiddeld kwalificatieniveau is vereist.
Ook de Duitse cultuurwetenschapper Klaus P. Hansen heeft kritiek op Hofstede’s theorie van culturele dimensies: „Al met al is zijn boek een ramp voor de moderne cultuurstudies. Het zondigt tegen alle vooruitgang die sinds de jaren zestig is geboekt, en van alle dingen heeft dit machinale werk de onleerkrachten onderwezen die dachten dat het begrip cultuur onzin was. De psychologen, sociologen en economen die alleen op empirische analyses vertrouwen, werden door de statistieken van Hofstede overtuigd dat cultuur bestond uit harde feiten die gemeten en gewogen konden worden.“ (Hansen 2000, 285)
Bovendien wordt bekritiseerd dat een heel land wordt gekarakteriseerd als een groep die de identiteit en het zelfverstaan van individuele sociale groepen niet kan weerspiegelen. Aangezien de samenleving voortdurend in beweging en verandering is, zijn de gegevens, die inmiddels meer dan 40 jaar oud zijn, vanuit het perspectief van vandaag niet meer zinvol genoeg. Ook zijn de slechts zes tot nu toe beschreven dimensies niet voldoende om complexe culturen adequaat te definiëren.
Literatuur
Hansen, Klaus P. (2000): Kultur und Kulturwissenschaft. Eine Einführung. 2. Aufl. Tübingen/ Basel: Francke.
Hofstede, G.: Lokales Denken, globales Handeln. Interkulturelle Zusammenarbeit und globales Management. 6. Aufl. München: Beck.
Geert Hofstede: https://geerthofstede.com [07.07.2018].