De term exotisme is terug te vinden in de sociologie, literatuur en kunst, maar ook in de taalkunde. Zowel in de sociologie als in de literatuur en kunst verwijst de term exotisme naar „openlijke houdingen tegenover het vreemde“ (von Beyme 2008, p. 8), vooral tegenover vreemde culturen. Het woord is afgeleid van het Griekse bijvoeglijk naamwoord exotikós en betekent „vreemd“, „vreemd“ (Kuske/Czerny 1999, p. 616).
Postkoloniale studies
De term werd voor het eerst gebruikt in 1599, zoals blijkt uit postkoloniale studies (von Beyme 2008, p. 7). Het basisidee is dat de respectieve andere culturen worden waargenomen als „ver weg – zij het in tijd, ruimte of sociaal – en verschillend van de eigen cultuur“ (Kuske/Czerny 1999, p. 616). Enerzijds wordt deze houding geassocieerd met een „afbakening tussen de eigen cultuur en de vermeende vreemde cultuur“ (ibid.). Anderzijds wordt de andere cultuur bekeken vanuit een individueel perspectief. Op deze manier worden de respectieve „eigen realiteit, […] wensen en dromen evenals de mislukkingen die de respectieve samenleving van haar leden eist“ weerspiegeld. (ibid.)
Stereotypering
Meestal worden alleen de speciale kenmerken van de vreemde cultuur, bijvoorbeeld „palmbomen, zandstranden, bazaars vol mensen, vrouwen met hoofddoeken of ‚fanatieke baardmannen'“ (ibid.) in aanmerking genomen en benadrukt. Door stereotypering wordt onbevooroordeelde toegang tot de andere cultuur ontzegd en kan er geen intensieve betrokkenheid of zelfs reflectie plaatsvinden.
Historisch gezien was Europees exotisme vooral belangrijk in zijn etnocentrische vorm. Hier was het nauw verbonden met het kolonialisme. De superioriteit van de Europese macht werd gerechtvaardigd door het feit dat ze zich zogenaamd op een „cultureel hoger niveau van ontwikkeling in de samenleving“ bevonden (ibid., p. 617).
Ambivalentie
De term wordt gekenmerkt door ambivalentie. Want aan de ene kant omvat het een „positieve kant van fascinatie voor het vreemde, die begrip en sympathie opwekt“ (von Beyme 2008, p. 7). Aan de andere kant is er vooral de „negatieve kant van vooroordelen, eurocentrisme, imperialisme, racisme en seksisme“ (ibid.).
Historische ontwikkeling
Von Beyme verdeelt de historische fasen van het exotisme in in totaal vier ontwikkelingsfasen: premodernisme, imperialisme, klassiek modernisme en postmodernisme. (ibid., p. 9f.) „De fascinatie voor het exotische heeft een lange geschiedenis en ontwikkelde zich van een extreem hiërarchische opvatting over het ‚vreemde‘ van andere continenten tot een opvatting van gelijkheid die zelfs hybridisering en creolisering van culturen voorstond.“ (ibid., p. 7)
Omgaan met het eigene
Omgaan met het vreemde kan tegelijkertijd ook omgaan met „het eigene, met de eigen behoeften en omstandigheden“ (Maschke 1996, p. 9). Volgens Maschke kan het kunnen en willen leren van andere culturen gezien worden als een positieve verruiming van de eigen horizon, waardoor gereflecteerd kan worden op „de eigen persoonlijke en sociale ordeningspatronen“ (ibid.). „Men gaat op zoek naar alternatieve mogelijkheden van cultuur, d.w.z. naar andere concepten van de wereld, waarden, houdingen of naar andere vormen van sociaal gedrag, relaties en organisatie. Vaak ervaart het vreemde een herwaardering en krijgt het daarbij een voorbeeldfunctie.“ (ibid.)
Taalkunde
In de taalkunde verwijst de term exotisme naar het lenen van een woord. In de donortaal staat dit geleende woord voor „dingen en gewoonten“ (Schmöe 2016, p. 192) die typisch zijn voor deze cultuur en „geen deel uitmaken van de culturele traditie in de ontvangende taal“ (ibid.). Bij het gebruik van deze exotismen is de verbinding met het karakteristieke ding van de cultuur van herkomst cruciaal. Voorbeelden hiervan zijn het Maleise woord sarong, dat heuprok betekent in het Duits, maar ook het Russische woord balalaika of de Engelse cowboy (ibid.).
Zodra het vreemde ding of de vreemde gewoonte is opgenomen in het taalsysteem van de taal van de nemer, is de term exotisme niet langer gepast. Een voorbeeld hiervan is het Finse woord sauna in het Duits. (Cf. ibid.)
Literatuur
Schmöe, Friederike (2016): Exotismus. In: Helmut Glück u. Michael Rödel (eds.): Metzler Lexikon Sprache, 5th ed. Stuttgart: J. B. Metzler, p. 192.
Kuske, Silvia en Astrid Czerny (1999): Oriëntalisme/ Exotisme. In: Christoph Auffarth, Jutta Bernard, Hubert Mohr et. al. (eds.): Metzler Lexikon Religion. Stuttgart: J. B. Metzler, pp. 616 – 619. Elektronische bron beschikbaar op: https://doi.org/10.1007/978-3-476-03703-9_197.
Maschke, Annegret (1996): Exotisme of Intercultureel Leren. Etnologische Perspectieven op New Age en Psychotherapie. Ed. by International Institute for Comparative Cultural Therapy Research. Berlijn: VWB Verlag für Wissenschaft und Bildung. (= Research Reports on Transcultural Medicine and Psychotherapy, vol. 3).
von Beyme, Klaus (2008): De fascinatie van het exotische. Exotisme, racisme en seksisme in de kunst. München: Wilhelm Fink.