Discriminatie is afgeleid van het Latijnse werkwoord discriminare, dat „scheiden“ en „afzonderen“ betekent. De term verwijst naar de segregatie en degradatie van mensen op basis van individuele of groepsspecifieke kenmerken (cf. Duden 2016, 149). Discriminatie kan worden opgevat als het „gebruik van groeps- en persoonlijke categorieën om ongelijkheid te creëren, te rechtvaardigen en te rechtvaardigen“ (cf. Scherr et al. 2017, v).
Vanuit sociaalpsychologisch perspectief wordt discriminatie als volgt opgevat: „Vanuit sociaalpsychologisch perspectief wordt discriminatie niet alleen opgevat als het eenvoudigweg onderscheiden van groepen, maar ook als het ongelijk behandelen van groepen en van leden van verschillende groepen. Dit omvat kleineren, uitsluiten van deelname, dreigen met geweld en het uitvoeren van geweld. Discriminatie kan bestaan uit het actief aanvallen van leden van andere groepen, tot en met geweld. Maar er is ook sprake van discriminatie wanneer leden van gediscrimineerde groepen steun wordt onthouden.“ (Wagner 2020, 2)
Vormen van discriminatie
Naast directe of ook onmiddellijke discriminatie, die door de getroffenen duidelijk als zodanig wordt ervaren vanwege persoonlijkheidskenmerken, zijn er andere vormen die niet direct als discriminatie herkenbaar zijn (vgl. Barskanmaz 2019, 216).
Directe/onmiddellijke discriminatie
Directe of onmiddellijke discriminatie zijn „individueel bewuste en opzettelijke discriminerende handelingen of directe institutionele nadelen“ (Zick 2017, 65) tegen personen op basis van individuele persoonlijkheidskenmerken, zoals nationale afkomst, geslacht, handicap, enz. Een voorbeeld van directe discriminatie is iemand die geen baan krijgt vanwege zijn nationale afkomst of huidskleur (cf. Humanrights 2016).
Indirecte/ indirecte discriminatie
Indirecte of indirecte discriminatie doet zich voor wanneer een regeling of praktijk neutraal is geformuleerd en in eerste instantie niet wordt gezien als nadelig voor bepaalde mensen, maar in de praktijk discriminerende neigingen vertoont (vgl. ibid.). Vaak kan indirecte discriminatie niet zonder problemen bewezen worden. Zo hebben deeltijdse werknemers (vaak vrouwen) slechtere promotiekansen in een bedrijf dan voltijdse werknemers (vaak mannen). Zij worden dus indirect gediscrimineerd (cf. Humansrights 2016).
Structurele discriminatie
Structurele discriminatie is nauw verwant aan institutionele discriminatie. Het verschilt echter in „de historische en sociaal-structurele verdichting van discriminatie die niet meer duidelijk terug te voeren is op specifieke instituties.“ (Gomolla 2017, 148) Als vooroordelen zich ontwikkelen tot face-to-face racisme, wat weer leidt tot discriminatie op het werk en thuis en tot geweld, dan spreken we van structurele discriminatie. Structureel racisme en seksisme worden vooral geconcentreerd wanneer „discursieve modellen ontstaan en een cultuur van racisme vestigen die migranten, vluchtelingen en zwarte mensen degradeert of hen verkeerd voorstelt door stereotype reducties.“ (ibid.). (ibid.). Structurele discriminatie wordt vaak niet herkend omdat bestaande structuren meestal niet worden weerspiegeld en door de betrokkenen niet als discriminatie worden gezien (cf. Humanrights 2016). Een voorbeeld is het gebrek aan gelijkheid voor sociale minderheden en vrouwen (cf. ibid.).
Institutionele discriminatie
Er is sprake van institutionele discriminatie wanneer interne regels of organisatorische handelingen van instellingen ertoe leiden dat mensen uit bepaalde minderheden regelmatig worden benadeeld, gekleineerd en uitgesloten door de instelling. Mechanismen van institutionele discriminatie worden in stand gehouden ongeacht „individuele vooroordelen of negatieve intenties“ (Gomolla 2017, 134). In tegenstelling tot directe discriminatie is institutionele discriminatie niet noodzakelijk bedoeld (vgl. Voss/Rothermund 2019, 511). Bovendien gaat institutionele discriminatie niet uit van afzonderlijke individuen, maar van instellingen die bewerkstelligen dat „maatregelen in onderwijs, economie en rechtspraak een cumulatief effect hebben en bij elkaar opgeteld de toestand van racistische of etnische discriminatie bewerkstelligen“ (Fereidooni 2011, 24). Deze vorm komt bijvoorbeeld voor op scholen, op de arbeidsmarkt, in de gezondheidszorg, op de woningmarkt, bij de politie of in wettelijke regelingen.
Maatschappelijke discriminatie
Maatschappelijke discriminatie is vooral stereotypering. Aangenomen wordt dat discriminatie de neiging heeft om plaats te vinden wanneer „de discriminerende personen ervan uitgaan dat hun handelingen sociaal geaccepteerd of sociaal wenselijk zijn“ (Talhout 2019, 10). Islamofobe houdingen komen bijvoorbeeld eerder tot uiting als de persoon zich in „islamkritisch“ gezelschap bevindt en denkt dat zijn discriminerende gedrag sociaal wenselijk is (vgl. ADS 2015, 15 e.v.).
Literatuur
Federaal antidiscriminatiebureau (ADS) (2015): Discriminatie-ervaringen in Duitsland. Eerste resultaten van een representatieve enquête onder gedupeerden. Berlijn: Federaal antidiscriminatieagentschap.
Barskanmaz, Cengiz (2019): Recht en racisme. Het mensenrechtenverbod op discriminatie op grond van ras. Berlijn: Springer.
Redactie Duden (2013): Duden. Het woordenboek van de oorsprong. Etymologie van de Duitse taal. 5e ed. Deel 7. Berlijn: Duden.
Fereidooni Karim (2011): Het concept van institutionele discriminatie. In: School – Migratie – Discriminatie. Oorzaken van achterstelling van kinderen met een migratieachtergrond in het Duitse schoolsysteem. Wiesbaden: Springer VS.
Gomolla, Mechtild (2017): Directe en indirecte, institutionele en structurele discriminatie. In: Scherr, Albert/ El-Mafaalani, Aladin/ Yüksel, Gökcen (eds.): Handbuch Diskriminierung. Wiesbaden: Springer, 133-156.
Humanrights (2016): Vormen van Discriminatie. https://www.humanrights.ch/de/menschenrechte-themen/diskriminierungsverbot/konzept/formen/ [17.03.2020].
Scherr, Albert (2017). Inleiding: Interdisciplinair Discriminatie Onderzoek. In: Scherr, Albert/ El-Mafaalani, Aladin/ Yüksel, Gökcen (eds.): Handboek Discriminatie. Wiesbaden: Springer, I-1.
Talhout, Lisa Joana (2019): Moslimvrouwen en -mannen in Duitsland. Een empirisch onderzoek naar genderspecifieke ervaringen van discriminatie. Wiesbaden: Springer VS.
Voss, Peggy/ Rothermund, Klaus (2019): Leeftijdsdiscriminatie in institutionele contexten. In: Kracke, Bärbel/ Noack, Peter (eds.): Handbuch Entwicklungs- und Erziehungspsychologie. Berlijn/ Heidelberg: Springer, 509-538.
Wagner, Ulrich (2020): Discriminatie tussen groepen. In: Genkova, Petia/ Riecken, Andrea (eds.): Handbuch Migration und Erfolg. Psychologische en sociaalwetenschappelijke aspecten. Wiesbaden: Springer, 71-82.
Zick, Andreas (2017): Sociaal psychologisch discriminatieonderzoek. In: Scherr, Albert/ El-Mafaalani, Aladin/ Yüksel, Gökcen (eds.): Handbuch Diskriminierung. Wiesbaden: Springer 39-58.