Het cultuurniveaumodel van de Amerikaanse organisatiepsycholoog Edgar H. Schein (1995) onderscheidt drie cultuurniveaus op basis van hun zichtbaarheid. Volgens Schein manifesteert de essentie van cultuur zich in haar grondbeginselen, die verborgen liggen onder een oppervlak van artefacten en benadrukte waarden.
Context van de bedrijfscultuur
Schein presenteert het cultuurniveau model in de context van bedrijven. Bedrijfsculturen zijn bij benadering gesloten systemen die kunnen worden onderscheiden van andere culturen. Hun subsystemen, processen en mechanismen zijn gemakkelijker te doorzien dan in de samenleving. Bovendien zijn er economische belangen van het bedrijfsmanagement die het noodzakelijk kunnen maken de bedrijfscultuur te veranderen (Schein 1995: blz. 18-20).
Scheins begrip van cultuur
Schein definieert cultuur als een „patroon van gedeelde uitgangspunten“ (Schein 1995: p. 25). Uitgangspunten zijn hier gedeelde kennis, een gemeenschappelijke ervaringswereld van de groepsleden. Deze kennis wordt verworven door gezamenlijk problemen te overwinnen en naar doelen toe te werken. Daarbij reageren organisaties op veranderingen en invloeden uit de omgeving (externe aanpassing) en nemen zij van tijd tot tijd nieuwe leden op (interne integratie). Cultuur wordt door Schein beschreven als een leerproces dat enerzijds een afbakening van de groep ten opzichte van de buitenwereld inhoudt en anderzijds de ontwikkeling van een zelfbeeld van de groep. Volgens Schein heeft de bedrijfscultuur een rationele en emotionele invloed op alle groepsleden en hun gedrag met als doel op lange termijn stabiliteit en groei mogelijk te maken.
Het cultuurniveau-model
„De decaan van de organisatiecultuur, Edgar Schein, leert dat cultuur drie lagen heeft: de artefacten van een cultuur – onze symbolen en tekens; de aangenomen waarden – de dingen die we zeggen te geloven; en, het belangrijkste, de onderliggende veronderstellingen – de manier waarop de dingen werkelijk zijn.“ (Comey 04/08/2019)
[De decaan van organisatiecultuur, Edgar Schein, leert dat cultuur drie niveaus heeft: de artefacten van een cultuur – onze symbolen en tekens; de waarden die wij uitdragen – de dingen die wij zeggen te geloven; en, het belangrijkste, de onderliggende veronderstellingen – de aard der dingen“. (Comey 04.08.2019), vertaling Ch.H.]
Het culturele niveau model van Schein (Schein 1995: p. 30) identificeert drie niveaus die onderling verbonden zijn:
Artefacten verwijzen naar „zichtbare structuren en processen in het bedrijf“ (ibid.), die gemakkelijk te herkennen maar moeilijk te ontcijferen zijn. Voorbeelden zijn ruimtelijke architectuur, kleding, taalstijl, symbolen en rituelen.
De verklaarde waarden omvatten „strategieën, doelstellingen [en] filosofie“ (ibid.) van het bedrijf, die gemakkelijk te onderzoeken maar moeilijk te ontcijferen zijn. Missieverklaringen, strategiedocumenten, geformuleerde waarden en visies geven vorm aan het externe beeld van een onderneming, maar zijn niet hetzelfde als het feitelijke gedrag van de groepsleden.
De manifestatie van de uitgedrukte waarden komt tot uiting in de uitgangspunten, d.w.z. in de onbewuste en vanzelfsprekende „opvattingen, percepties, gedachten en gevoelens“ (ibid.) van de groepsleden. Het bedrijfsklimaat, het gedeelde wereldbeeld of de veronderstelde cognitieve vaardigheden zijn bijvoorbeeld onzichtbaar voor buitenstaanders en groepsleden en kunnen zelden worden benoemd of zelfs ontcijferd. Bewustwording van de procesmatigheid van culturen is hier ook relevant: Uitgangspunten zijn meestal historisch gegroeid en daarom uiterst moeilijk te veranderen (vgl. Schein 2003: p. 34f.). Verdere ontwikkelingen van het cultuurniveaumodel zijn bijvoorbeeld te vinden in meer recente managementtheorieën in Schreyögg/Koch (2020: pp. 585-591).