De term competentie is afgeleid van het Latijnse woord competentia „bekwaamheid“. Interculturele competentie (Latijn inter „tussen“) betekent dat mensen met verschillende culturele achtergronden erin slagen succesvol met elkaar te communiceren en samen te handelen. Het woord cultuur komt van het Latijnse cultura „behandeling, zorg“ en omvat in het algemeen alles wat gecultiveerd wordt, d.w.z. beïnvloed wordt door mensen (vgl. Pohl 2008, 9).
Interculturele competentie en ontmoeting
Interculturele competentie betekent in wezen omgaan met onbekende manieren van denken en zich gedragen (vgl. Pohl 2008, 9). Wat bedoeld wordt is het vermogen om adequaat om te gaan met vreemde culturen en hun leden (vgl. Lüsebrink 2012, 9). Barley stelt dat „alleen de ontmoeting met het vreemde cultuur zichtbaar maakt“ (Barley 1999, 9) en trekt een vergelijking met de menselijke anatomie: „Onze eigen cultuur is als onze eigen neus. We zien hem niet omdat hij recht voor onze ogen zit en we gewend zijn om er direct doorheen naar de wereld te kijken.“ (Barley 1999, 9)
Empathie, vaardigheid, kennis
Interculturele competentie is zo veelzijdig dat ze niet als een op zichzelf staande competentie kan worden beschouwd. De meest uiteenlopende competentiegebieden in communicatie op verbaal, non-verbaal en ook paraverbaal niveau komen aan bod, evenals gedrags- en begripscompetenties. Samengevat omvat interculturele competentie drie hoofdgebieden: affectieve, pragmatische en cognitieve vaardigheden (vgl. Lüsebrink 2012, 9). Volgens Bolten is het een „vaardigheid die zich voortdurend ontwikkelt en een productieve wisselwerking heeft met andere basisvaardigheden“ (Lüsebrink 2012, 10).
Niveaus van intercultureel leren
Pauline Clapeyron hanteert een vergelijkbare benadering. Zij presenteert interculturele competentie als een leerdoel van intercultureel leren, waarbij intercultureel leren plaatsvindt op een affectief niveau (zelfcompetentie en bewustwording), een cognitief niveau (feitelijke competentie en kennisoverdracht), een communicatief niveau (sociale competentie en empathie) en een gedragsniveau (competentie om te handelen en interculturele vaardigheden te oefenen) (vgl. Flüchtlingsrat Schleswig Holstein 2004, 7 e.v.).
Net als Bolten ziet zij interculturele competentie niet als een verworven en statische vaardigheid, maar als een leerproces. In deze context betekent intercultureel competent zijn „dat we als individuen vaardigheden hebben ontwikkeld om ons te verhouden tot en te communiceren met andere mensen in zeer verschillende situaties, in verschillende sociale en culturele contexten, terwijl we ons bewust zijn van onze eigen waarden en culturele verankering.“ (Vluchtelingenraad Sleeswijk-Holstein 2004, 9)
Literatuur
Barley, Nigel (1999): Droevige eilandbewoners. Als etnoloog met de Engelsen. München: Klett.
Clapeyron, Pauline (2004): Interculturele competentie in sociaal-educatief werk. In: Flüchtlingsrat Schleswig-Holstein: Interkulturelle Kompetenz in der pädagogischen Praxis. Een inleiding. Brochure: http://www.forschungsnetzwerk.at/downloadpub/perspektive_interkulturelle_Kompetenz_equal.pdf [19.06.2018].
Gnahs, Dieter (2007): Kompetenzen – Erwerb, Erfassung, Instrumente. In: Duits Instituut voor Volwassenenonderwijs (red.): Studientexte für Erwachsenenbildung. Bielefeld: Bertelsmann.
Lüsebrink, Hans-Jürgen (2012): Interculturele communicatie. Interactie, vreemde perceptie, cultuuroverdracht. 3e ed. Stuttgart: Carl Ernst Poeschel.
Pohl, Reinhard (2011): Interculturele competentie. In: Pohl, Reinhard (red.): Duitsland en de wereld. Kiel: Magazin.
Straub, Jürgen/ Weidemann, Arne/ Weidemann, Doris (2007): Handbuch interkulturelle Kommunikation und Kompetenz. Basisbegrippen – theorieën – toepassingsgebieden. Stuttgart: Carl Ernst Poeschel.